Ieder jaar komen er bij ons klachten binnen over motten en kevertjes die door de kamer vliegen. Geschrokken gaat men vaak op zoek naar aangevreten kleding en gordijnen. Gelukkig vindt men meestal niets, omdat het vaak geen textielaantasters zijn maar insecten die uit voedselvoorraden komen.
Wat zijn nu precies voorraadaantasters, hoe komen we eraan en, nog belangrijker, hoe komen we eraf.
Er zijn twee verschillende soorten nl.:
- De voorraadmotten: De vruchtmot, de meelmot en de cacaomot.
- De voorraadkevers: De broodkever, de rijst- en graanklander, de notenkever, en de stambonenkever.
Voorraadmotten tasten dus geen kleding aan, ook al vliegen ze door de hele kamer heen. De voorraadkevers tasten ook geen hout e.d. aan. Zodra men motten, larven of kevers vindt, is het van belang om eerst vast te stellen om welke soort kever of mottensoort het gaat. Probeer dus enkele exemplaren te vangen, het liefst zo heel mogelijk, en bewaar deze in een droog potje voor onze medewerkers, als zij bij u langs komen voor een onderzoek. Wij zoeken voor u uit om welk insect het gaat en geven u advies welke maatregelen er genomen moeten worden, om het probleem op te lossen. Tot die tijd heeft het geen zin om met allerlei insecticiden aan de slag te gaan.
Zodra bekend is om welk insect het gaat, kan men aan de slag om de bron op te zoeken. Bij voorraadinsecten moeten we gaan zoeken naar oude, vergeten voorraden die langer dan een jaar zijn blijven staan in een hoekje van de kast. Of een oud pak hondenvoer dat niet is opgegeten. Vaak maakt men de fout om de oorzaak te gaan zoeken op de plaats waar de insecten worden gevonden. Dit lijkt op zich logisch, maar de insecten misleiden u. Want de broodkever b.v. wil, zodra hij volwassen is, naar buiten om nieuwe voedselplaatsen te zoeken om eitjes op te leggen. Met tientallen zitten ze dan voor het raam en wekken zo de indruk dat ze uit het hout komen. Het bespuiten van de kevertjes die bij het raam zitten zal dan ook weinig effect hebben om de plaag op te lossen. Dit geeft al meteen aan, waarom het zo belangrijk is om vast te stellen om welk insect het gaat. Bij vaststelling van de soort kan men gericht gaan zoeken naar de oorzaak van de plaag. Zodra de bron gevonden is moet deze verwijderd worden, en tevens alle voorraden die geopend zijn. De overige, nog gesloten voorraden, kunnen eventueel diepgevroren worden, om zeker te zijn dat alle larven en eitjes dood zijn. Een bestrijding hoeft in de meeste gevallen niet uitgevoerd te worden. Wel moet men de eerste maanden alert blijven op de aanwezigheid van motten of kevertjes, om nieuwe aantastingen te voorkomen.