Er komen in Nederland twee soorten ratten voor: de bruine rat en de zwarte rat.
De bruine rat is de meest algemene soort en komt overal in Nederland voor.
De zwarte rat heeft een kleiner verspreidingsgebied en komt hoofdzakelijk voor in provincies Noord Brabant, Limburg en in Twente en enkele havensteden.
De bruine rat heeft zijn leefgebied hoofdzakelijk op of onder de grond, terwijl de zwarte rat, die een echte klimmer is, zich meestal hoog in gebouwen ophoud. Ratten zijn echt opportunisten, ze maken zich weinig of geen zorgen over de dag van morgen, als ze vandaag maar te eten hebben. Ze kunnen zich dan ook razendsnel aanpassen aan veranderende omstandigheden. En het moet al gek gaan willen ze hun kostje niet bij elkaar weten te vinden. Een weggegooide boterham of een half zakje chips, ze lusten het allemaal. Als het donker is, komen ze uit hun holen en stropen de omgeving af op iets eetbaars. En dat kan van alles zijn: van bessen tot appels, maar ook voer dat voor de vogels is geplaatst, al dan niet op een plankje, want voor een stukje klimmen, daar draaien ze hun poot niet voor om. Zodra er een constante voedselbron is, gaan ze op zoek naar een nestplaats die ze vaak zelf graven in de grond. Maar vaak maken ze hun nest in, of onder allerlei opgeslagen materiaal. Hierin worden al vrij snel de eerste jongen geboren. Soms wel 10 tot 15 jongen tegelijk. De nesten van de zwarte rat bevinden zich hoog in gebouwen, bijvoorbeeld op zolders tussen het dakbeschot. Doordat ratten leven van, en in allerlei afval, in riolen en soms ook kadavers eten, kunnen ze allerlei ziekten verspreiden en vormen ze daardoor een bron van besmettingsgevaar voor mens en dier. Uit het oogpunt van de Volksgezondheid dienen bruine ratten en zwarte ratten dan ook bestreden te worden.