Vleermuizen zijn één van de oudste zoogdieren uit het dierenrijk. Er zijn fossiele vondsten van 50 tot 60 miljoen jaar geleden. Het bijzondere is dat sinds die tijd de vleermuizen nauwelijks veranderd zijn.
In ons land komen ongeveer 16 soorten voor, waarvan er zo’n tien soorten vrij algemeen zijn.
Enkele soorten leven in bomen en overwinteren in ondergrondse ruimten zoals bunkers en grotten (St. Pietersberg). Van deze soorten zal er zelden of nooit een melding gedaan worden. Andere soorten, zoals de dwergvleermuis en de Nathusius dwergvleermuis, ook wel ruige dwergvleermuis genoemd, komen vaak bij woningen voor, omdat ze vanwege hun geringe omvang in naden en grote stootvoegen kunnen komen. De grotere soorten komen vaak voor op zolders van grote gebouwen zoals kerken en boerenschuren. Er zijn soorten die zomer en winter in dezelfde buurt blijven, maar er zijn ook soorten die duizenden kilometers trekken. Ook zijn er soorten die binnen ons land trekken naar een overwinterplaats, waar ze ieder jaar naar dezelfde plaats terug keren.
In april verzamelen de vrouwtjes zich en vormen kraamkolonies. Vleermuizen breiden zich niet zo explosief uit als gewone muizen, want ze krijgen slechts één, soms twee jongen per jaar. De jeugdsterfte onder vleermuizen is ongeveer 30 tot 40%, wat al aangeeft dat de uitbreiding van een vleermuizenkolonie niet zo snel gaat. Meestal blijven de vleermuizen niet lang op dezelfde plek, maar verhuizen regelmatig binnen een bepaald gebied. Overlast, zo die er al is, duurt dus meestal slechts enkele weken.
Afhankelijk van het weer, gaan de vleermuizen medio oktober, november naar de winterverblijven, waar ze tot maart, april blijven.
Vaak komt de angst voor vleermuizen voort uit de onbekendheid met deze diersoort. Mensen denken vaak dat vleermuizen gevaarlijk zijn, of dat ze in je haren vliegen, of dat ze ziekten overbrengen. Al deze vooroordelen berusten op het negatieve beeld wat wij mensen in de loop der jaren om deze zeer efficiënte insectenvangers hebben opgebouwd.
Wat te doen als er een vleermuis bij, of zelfs in huis zit.
Nooit proberen de vleermuis te pakken, want de grotere soorten kunnen goed bijten.
Vleermuizen die iedere avond tegen schemering uit een stootvoeg, of onder het dak uitkomen, geven in de meeste gevallen weinig of geen overlast. Soms liggen er iedere morgen keuteltjes op de grond of vensterbank, maar dat is ook het enige.